Wij gaan als gezin regelmatig naar Italië op vakantie. Niet alleen de Italiaanse zon vinden we heerlijk, maar minstens zo belangrijk is de Italiaanse keuken. Alles gemaakt met liefde, geduld en mooie ingrediënten. Daarnaast wordt er ook niets weg gegooid. Italianen hadden al heel snel in de gaten dat je creatief om kan gaan met restjes en dat daaruit de meest heerlijke, fantastische gerechten kunnen ontstaan.
Aranacini is daar een voorbeeld van. Oorspronkelijk bedacht in Sicilië, daar eten ze al meer dan 1000 jaar Arancini als snack bij de borrel.
Arancini is een balletjes van rijst (risotto) gevuld met ragú en/of mozzarella (Ragú is buiten Italië beter bekend als Bolognesesaus) en wordt knapperig gefrituurd. Ik vind de variant met truffel risotto en een stukje mozzarella erin heerlijk. Wanneer je in het balletje bijt, proef je meteen de heerlijk zachte, gesmolten mozzarella.
Natuurlijk kan je elke risotto gebruiken die je zelf lekker vind en durf creatief te zijn, en varieer met vullingen.
Het moeilijkste gedeelte is..... de risotto van de dag ervoor niet helemaal op te eten. Maar als je het je dan toch gelukt is om een portie te bewaren. Maak er dan eens een paar lekkere Arancini van. Serveer er een koud wijntje of een lekker bubbeltje bij (en ja dat mag natuurlijk ook dus een Spaans bubbeltje zijn, zoals de Cava op de foto die wij er bij dronken) en je hebt een heerlijke snack, appetizer of voorgerechtje.
Het recept voor arancini vind je onder het kopje "Italiaanse gerechten
Succes en Buon Appetito
Reactie plaatsen
Reacties